map Oostenrijk België Bulgarije Tsjechië Denemarken DK1 Denemarken DK2 Estland Finland Frankrijk Duitsland Griekenland Hongarije Ierland Italië Noord Italië Midden-Noord Italië Centrum-Zuid Italië Zuid Italië Sardinië Italië Sicilië Letland Litouwen Nederland Noorwegen NO1 Noorwegen NO2 Noorwegen NO3 Noorwegen NO4 Noorwegen NO5 Polen Portugal Roemenië Spanje Zweden SE1 Zweden SE2 Zweden SE3 Zweden SE4

Op 3 november 2025 vertonen elektriciteitsprijzen in heel Europa opvallende regionale verschillen. De hoogste prijzen worden waargenomen in Letland en Litouwen, beide op 0,22 €/kWh, wat enkele van de duurste stroomkosten op het continent weerspiegelt. Daarentegen is de laagste elektriciteitsprijs in de Zweedse SE2-regio, waar deze 0,00 €/kWh bedraagt, wat duidt op uitzonderlijk lage vraag, overvloedige productie uit hernieuwbare bronnen of marktanomalieën.

Verschillende Noordelijke landen genieten over het algemeen van lage prijzen: Zweden gemiddeld rond de 0,03 €/kWh, met andere regio's variërend van gratis (SE2) tot 0,06 €/kWh (SE4). Noorwegen houdt ook de kosten laag, gemiddeld 0,04 €/kWh met regionale variaties tussen 0,01 €/kWh en 0,06 €/kWh. De prijs in Finland is ook laag en bedraagt 0,03 €/kWh.

Centraal- en West-Europese landen bevinden zich in een gemiddeld prijsklasse: Oostenrijk en Tsjechië liggen op 0,09 €/kWh; Duitsland en Nederland volgen kort op met 0,08 €/kWh; België en Frankrijk bieden lagere prijzen, respectievelijk 0,06 €/kWh en 0,05 €/kWh.

Zuid-Europese prijzen variëren iets, maar neigen hoger te liggen. Italië bedraagt gemiddeld 0,11 €/kWh in de meeste regio's, met Sardinië iets goedkoper op 0,09 €/kWh. Griekenland ligt op 0,11 €/kWh en Portugal op 0,08 €/kWh. Spanje heeft een relatief betaalbare prijs van 0,07 €/kWh.

Oost-Europese landen zoals Bulgarije, Hongarije, Polen en Roemenië dragen allemaal hogere kosten rond 0,13 €/kWh, wat regionale marktuitdagingen weerspiegelt.

In Denemarken is de gemiddelde prijs 0,07 €/kWh met een kleine variatie tussen DK1 (0,07 €/kWh) en DK2 (0,08 €/kWh).

Over het geheel genomen benadrukken de elektriciteitsprijzen van vandaag aanzienlijke verschillen als gevolg van variërende generatieportfolio’s, netcondities en marktdynamiek in de Europese regio's.

Elektriciteitsprijzen in Europa
Vandaag Gemiddelde prijs €/kWh
OostenrijkOostenrijk 0.0907
BelgiëBelgië 0.0646
BulgarijeBulgarije 0.1276
TsjechiëTsjechië 0.0905
EstlandEstland 0.1853
FinlandFinland 0.0255
FrankrijkFrankrijk 0.0462
DuitslandDuitsland 0.0783
GriekenlandGriekenland 0.1149
HongarijeHongarije 0.1282
IerlandIerland n/a
LetlandLetland 0.2177
LitouwenLitouwen 0.2177
NederlandNederland 0.0752
PolenPolen 0.1273
PortugalPortugal 0.0826
RoemeniëRoemenië 0.1268
SpanjeSpanje 0.0730


De veranderende Europese energiemarkt: Trends en uitdagingen

In de afgelopen vijf jaar heeft de Europese energiemarkt grote veranderingen ondergaan, aangedreven door de opkomst van hernieuwbare energie, verschuivingen in de opwekking van elektriciteit en de invoering van dynamische tarieven voor consumenten. Deze trends geven vorm aan de overgang van het continent naar een schoner en veerkrachtiger energiesysteem.

Primaire elektriciteitsbronnen in Europa

De elektriciteitsmix in Europa is drastisch veranderd, waarbij hernieuwbare energie fossiele brandstoffen heeft ingehaald als dominante energiebron. In 2023 zijn hernieuwbare energiebronnen goed voor ongeveer 45% van de elektriciteitsopwekking in de EU, waarmee ze fossiele brandstoffen (~32%) en kernenergie (~23%) voorbijstreven. Windenergie en zonne-energie zijn de belangrijkste aanjagers van deze overgang en zijn goed voor ongeveer 30% van de totale elektriciteitsproductie. Ondertussen is de opwekking van elektriciteit uit kolen gekelderd tot een recordlaagte en is het gebruik van aardgas ook afgenomen door hoge prijzen en beleidsgestuurde reducties.

Ondanks deze vooruitgang blijft Europa afhankelijk van de invoer van energie, vooral voor olie en gas. In 2023 zal de EU voor 58% afhankelijk zijn van ingevoerde energie, wat de behoefte aan een grotere binnenlandse energieproductie en efficiëntieverbeteringen onderstreept.

De groeiende rol van hernieuwbare energie

De uitbreiding van hernieuwbare energie staat centraal in de energietransformatie van Europa. Windenergie en zonne-energie zijn snel gegroeid: in 2023 zal wind 18,5% van de elektriciteit in de EU leveren en zonne-energie 9,1%. Waterkracht blijft een belangrijke bijdrage leveren (~13,5%), terwijl biomassa goed is voor ongeveer 4-5% van de opwekking.

EU-beleid, waaronder de Europese Green Deal en het “Fit for 55”-pakket, heeft de overgang versneld door hogere streefcijfers voor hernieuwbare energie vast te stellen. In 2023 verhoogde de EU haar doelstelling voor 2030 voor het verbruik van hernieuwbare energie van 32% naar 42,5%, wat verdere investeringen in schone energie aanmoedigt. Technologische vooruitgang en kostenverlagingen in wind- en zonne-energie hebben ervoor gezorgd dat hernieuwbare energie nu de economisch meest haalbare optie is voor nieuwe elektriciteitsopwekking.

De integratie van hoge niveaus van hernieuwbare energie brengt echter uitdagingen met zich mee, vooral vanwege hun intermitterende aard. Netupgrades, oplossingen voor energieopslag en grensoverschrijdende handel in elektriciteit zijn essentieel om een stabiel en flexibel elektriciteitssysteem te garanderen. Bovendien hebben trage vergunningsprocessen de snelle uitrol van nieuwe hernieuwbare energieprojecten belemmerd, waardoor de EU initiatieven heeft genomen om de goedkeuringen te stroomlijnen.

De opkomst van dynamische tarieven

Dynamische elektriciteitstarieven worden steeds populairder in Europa, waardoor consumenten hun energieverbruik kunnen aanpassen op basis van real-time marktomstandigheden. Met de wijdverspreide toepassing van slimme meters hebben veel huishoudens en bedrijven nu toegang tot time-of-use of realtime tariefmodellen, waardoor de kosten dalen en de congestie van het elektriciteitsnet afneemt.

Scandinavische landen hebben het voortouw genomen bij de invoering van dynamische tarieven. In Zweden heeft 77% van de huishoudens een variabel tariefcontract. Spanje heeft een nationaal uurtariefsysteem (PVPC) geïmplementeerd, terwijl Duitsland en Italië hun invoering geleidelijk uitbreiden. Veel EU-landen vertrouwen echter nog steeds voornamelijk op contracten met vaste prijzen, waardoor het volledige potentieel van vraagflexibiliteit wordt beperkt.

De energiecrisis van 2021-2022 heeft zowel de risico's als de voordelen van dynamische tarieven aan het licht gebracht. Terwijl klanten met realtime tarieven hogere facturen kregen tijdens piekperiodes, slaagden degenen die hun verbruik konden aanpassen erin hun kosten aanzienlijk te verlagen. In de toekomst worden hybride modellen - een combinatie van dynamische tarifering met beschermingsmechanismen zoals prijsplafonds - onderzocht om een evenwicht te vinden tussen flexibiliteit en betaalbaarheid.

Conclusie

De Europese energiemarkt bevindt zich midden in een grote transformatie. De snelle uitbreiding van hernieuwbare energie, de afnemende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de opkomst van dynamische tarieven veranderen de manier waarop elektriciteit wordt opgewekt en verbruikt. Hoewel er nog uitdagingen zijn - zoals netintegratie, opslag en prijsvolatiliteit - zullen voortdurende investeringen in schone energie en innovatieve marktmechanismen Europa naar een duurzamere en veerkrachtigere energietoekomst leiden.